Controleer voordat je gaat schilderen altijd eerst de ondergrond. De meest voorkomende situaties zijn:

Vuil en vet
Een bestaande ondergrond is vrijwel altijd vuil of vettig. Om de nieuwe verflaag goed te laten hechten, is het belangrijk de ondergrond eerst te reinigen. De verflaag kan anders onthechten. Vuil en vet kan je gemakkelijk verwijderen met Universol of ProGold Allesreiniger.

Loszittende verf
Natuurlijk ga je voor een strak resultaat. Controleer altijd de verflaag met behulp van een hechtingstest. Verwijder alle loszittende verflagen met een driehoekschraper. De delen die door beschadiging of onthechting kaal zijn geworden kan je het beste opschuren met Scotch Brite. Werk de kale delen bij met Sigma Multiprimer.

1. Leg stucloper (of een stuk karton) ter bescherming op de grond.
2. Verwijder beslag (deurklink) of plak het geheel af.
3. Indien nodig kan je de aangrenzende ondergronden afplakken. Kies het juiste afplakmateriaal voor de juiste toepassing, zie afplakmatrix.
4. Reinig de ondergrond met Universol of ProGold Allesreiniger en een spons. Draag hierbij rubberen schoonmaakhandschoenen. Met schoon water en een spons grondig nawassen.
5. Schuur de opgedroogde ondergrond met schuurpapier. De juiste korrel is afhankelijk van de staat van de ondergrond en vind je in de schuurmatrix.
6. Maak de deuren en deurkozijnen stofvrij.

Voor de noodzakelijke filmvorming (doordroging) moet tijdens applicatie en droging aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

• Ondergrond- en omgevingstemperatuur tussen 7°C en 25°C
• Relatieve luchtvochtigheid minimaal 60% en maximaal 85%
• Goede ventilatie
• Ondergrond droog en schoon

1. Breng met een kwast en/of roller een primerlaag aan met Sigma Multiprimer.
2. Na droging van de primerlaag licht opschuren en afstoffen. De juiste korrel vind je in de schuurmatrix.
3. Breng met een kwast en/of roller een tweede primerlaag aan met Sigma Multiprimer.
4. Na droging van de primerlaag licht opschuren en afstoffen. De juiste korrel vind je in de schuurmatrix.
5. Schilder met een kwast en/of roller de deur en het kozijn. Gebruik hiervoor je verftype naar keuze.
6. Schilder het deurkozijn door ‘rond te schilderen’. Ga uit van vlakken van ongeveer 50 cm en werk nat in nat.

Algemene tips:

• Zet de deur met een wig een stukje open
• Schilder eerst de boven-, onder- en zijkant van de deur en daarna de rest
• Schilder bij een paneeldeur altijd eerst de panelen en daarna de omranding
• Bij een deur gebruik je een kwast voor de kleine delen en een viltrol voor de grote delen
• De juiste volgorde bij het aanbrengen van verf is opzetten, verdelen, nastrijken

Voor het schilderen van een vlakke deur kan je de volgende stappen aanhouden:

1. Schilder eerst de boven-, onder- en zijkant van de deur.
2. Verdeel de deur in 3 verticale vlakken en werk elk vlak over de gehele hoogte af.
3. Breng op één vlak (een derde deel van de deur) verf aan.
4. Verdeel de verf over dit oppervlak.
5. Rol het gehele deel na in één beweging van onder naar boven.
6. Behandel het volgende vlak op dezelfde manier met een overlap van ongeveer 5cm.

TIP 1: Je kan de deur ook uit het kozijn halen.
TIP 2: Werk altijd ‘nat in nat’, dit voorkomt banen en strepen.
TIP 3: Bij grote kleurverschillen kan je het beste een primer gebruiken in de juiste ondergrondkleur.